Foto's Hongkong en Australie: http://picasaweb.google.nl/nienkemeester
Deze herinneringen delen we uiteraard graag met jullie en dit hebben we ook al gedaan via deze website. Om het geheel helemaal compleet te maken heb ik een selectie (al lijkt het voor jullie vast geen sleectie, maar het is het wel!) van alle foto's in een openbaar webalbum gezet.
Het webalbum is te bekijken via deze link: http://picasaweb.google.nl/nienkemeester. Inloggen is (dit keer) niet nodig, de webalbums verschijnen vanzelf.
Veel foto plezier en indien je meer uitleg bij de foto's wilt dan vertellen we je dat natuurlijk graag persoonlijk!
Liefs, Jeroen en Nienke
Sydney Rocks!
Goodday!
Bij dezepost ik het laatste berichtje vanuit Australië op onze website, overmorgen vliegen we namelijk alweer via Hongkong naar Nederland. Het laatste berichtje zal tevens een kort berichtje zijn
(hèhè eindelijk, zal dat dan toch nog lukken?), we hebben geen tijd meer te verspillen in Sydney; de tijd vliegt!
De afgelopen 5 dagen hebben we zowel Sydney zelf bekeken als de omgeving. De eerste 2 dagen hebben we voornamelijk doorgebracht inbij The Rocks, de omgeving van de Sydney Harbourbridge en het
Operahouse en vele shoppingmalls. Het weer was de eerste 2 dagen dusdanig slecht dat we af en toe gedwongen waren naar binnen te vluchten. Gelukkig was het weer ook af en toe goed zodat we van een
aantal leuke marktjes konden genieten. De derde dag zijn we met de ferry naar de dierentuin geweest. Het was een erg mooie dierentuin en extra bijzonder aangezien de skyline van Sydney voortdurend
op de achtergrond zichtbaar is. Vanaf dit moment werkte gelukkig ook het weer weer mee (zon, 15-20 graden), genieten dus. Gister zijn we met de trein en een ‘hop on hop off' trolleybus naar de Blue
Mountains geweest, een soort 'grand canyon' zo'n 110 kilometer van Sydney vandaan. Het gebergte heet de Blue Mountains omdat de eucalyptusbomen het landschap een blauwe gloed geven. De Blue
Mountains overtrof onze verwachtingen en we hebben een aantal prachtige wandelingen gemaakt. Heerlijk om nog even door de modder te banjeren, watervallen en bergen te zien en de frisse berglucht op
te snuiven. Dat gaan we nog missen! Vandaag zijn we met de ferry naar Manly Beach gegaan, een strand ten noorden van Sydney. Hier hebben we lekker geshopt, nog even op het strand gezeten en op de
ferry terug naar Sydney een geweldig 'Sydney by night'kunnen aanschouwen. Sydney rocks!
We slapen in een hostel erg centraal gelegen, vlakbij het centraal station en op loopafstand van Circular Quay (waarvandaan de ferry's vertrekken), Darling Harbour, de Harbourbridge en het
Operahouse. Verder hebben we een pas aangeschaft waarmee we de hele week met de bus, de trein en de ferry kunnen reizen, als het lopen ons even te veel wordt is dit dus de oplossing!
Morgen zullen we onze laatste dag in Australië nog even lekker in de stad doorbrengen, 's avonds de tassen inpakken en dan vroeg het bedje in aangezien we donderdag om half 8 's ochtends richting
Hongkong vertrekken. Na 26 uur vliegen en 9 uur wachten op Hongkong zullen we vrijdag om ongeveer half 7 's ochtends in Amsterdam aankomen. Wat een gezellige tijden.
Goed, ik denk dat jullie aan elk verhaal op deze site wel hebben kunnen afleiden dat we onwijs van deze reis genieten en genoten hebben en dat we totaal verliefd zijn geworden op Australië. Dit
maakt het totaal overbodig om nogmaals te benadrukken dat Australië geweldig is, dat we zo nog een paar maanden hier zouden kunnen en willen doorbrengen, dat een campertje echt heerlijk is etc etc.
Helaas helaas zithet er bijna op, maar het is een geweldige tijd en ervaring geweest. De laatste grote reis zal dit in ieder geval niet zijn!
Hopelijk hebben jullie genoten van de soms ietwat lange verhalen op onze website en de foto's! Bedankt voor het geduld en geweldig dat jullie helemaal met ons meegereisd zijn! Nu is de tijd
aangebroken dat wij weer naar jullie terug zullen reizen! Tot in Nederland dus!
Vanuit Sydney, See you later!!
Liefs, Nien en Jeroen
Wallabies in The Tropical North
Lief thuisfront,
Dit keer een bericht vanaf de oostkust van Australië! Zoals te verwachten was, is ook de oostkust van Australië prachtig, totaal anders dan de westkust, maar ook dat was te verwachten! Helaas zit
onze tijd aan de oostkust er na 2 weken alweer bijna op, even een korte update dus, want onze tijd gaat al veel te snel!
Alweer best een tijdje geleden, ongeveer 2 weken, zijn we na een goede vlucht vanuit Darwin in Cairns geland. Voor de Australië-onbekenden onder ons, Cairns ligt in het noordoosten van Australië en
geniet een subtropisch klimaat. Erg vervelend dus ;). Kort gezegd hebben we ons de afgelopen twee weken al wandelend, kamperend en rijdend gemanoeuvreerd in een gebied met veel palmbomen, groene
bergen, vele watervallen, bounty stranden en veel wallabies, koala's, possums, kookaburra's en rijk gekleurde papagaaitjes. Weer een echt paradijsje dus. De tegenstelling met het soms zeer droge en
ruige West Australië is zeer groot, maar beide gebieden beschikken over een absolute charme.
Zoals gepland hebben we in Cairns meteen onze nieuwe standaard Wicked Camper opgehaald. We waren blij verrast door onze Doomy (Jaja, ook deze is al gedoopt!), Doomy is namelijk zeer ruim, vrij
nieuw en beschikt zelfs over stuurbekrachtiging, airco en elektrische deurvergrendeling. Verder was Doomy schoon toen we hem ophaalde (nu al iets minder) en staan er geen bijzonder ordinaire leuzen
op z'n kont geschreven! Prima dus! Vanuit Cairns zijn we meteen naar Cape Tribulation ten noorden van Cairns vertrokken. Ongeveer de hele noordoost kust van Australië bestaat uit regenwouden maar
in Cape Tribulation reiken de regenwouden tot aan de zee. Erg bijzonder en erg mooi! Hier hebben we lekker een ochtendje rondgekeken en daarna zijn we naar Port Douglas vertrokken, een leuk dorpje
aan zee.
Vanuit Port Douglas zijn we vervolgens naar Kurunda middenin het Daintree NP gereden, maar eerst hebben we nog een middagje op Ellis Bay (een strand net ten noorden van Cairns) vertoefd. De
stranden zijn hier echt prachtig, te meer omdat er veel eilanden voor de kust liggen en de met regenwoud beklede bergen zich op een steenworpafstand achter het strand bevinden. Kurunda is een
stadje middenin het regenwoud en heeft de reputatie een hippiestadje te zijn. Het was erg leuk lekker door Kurunda te slenteren, alles erg laid back, leuke winkeltjes en koffie tentjes en twee erg
leuke markten. Het is trouwens erg raar om elke zoveel kilometer een dorpje, stadje of een heuse stad tegen te komen, aangezien het in West Australië soms wel 500 K's rijden was naar het volgende
‘gat'. Erg leuk weer al dat leven in de brouwerij, maar soms ook nog wel wennen! Dat zal wat worden in Sydney, en aan de terugkomst in Nederland zullen we nog maar niet denken. Op de camping van
Kurunda hebben we een erg gezellige avond gehad met een stel uit Zuid-Afrika. De volgende dag hebben we met ditzelfde stel de Byron Falls bezocht en nog even Kurunda onveilig gemaakt.
Vervolgens zijn Joep, Doomy en ik doorgereisd naar Mareeba. Hier hebben een wandeling door de Granite Gorge gemaakt en zijn we na het voeren van tientallen Rock Wallabies ook bezweken om te
overnachten op de daarbij gelegen camping. De wallabies leven aan het begin van de gorge en zijn niet echt bang voor mensen. 's Avonds en de volgende ochtend zijn we weer even bij de wallabies
wezen kijken en hebben we ze uiteraard wederom gevoerd. Ze waren zo schattig (vooral de mama's met hun kleine Joey's in de buidel) en Jeroen had al snel een heleboel ‘vrienden' gemaakt. Op een
gegeven moment kwamen ze gewoon op je arm zitten! Het liefst hadden we een zooitje mee naar huis genomen, maar dat zou een beetje zielig zijn. Toch maar niet dus.
Na ons losgerukt te hebben van de wallabies stond een drukke dag op het programma. Vanaf Mareeba zijn we namelijk dwars door de Atherton Tablelands gereden (gebied in de Great Dividing Range, deze
bergketen loopt helemaal van noord tot zuid langs de oostkust van Australië) en hebben we vele watervallen (het waterval circuit gereden, oa. de Millaa Millaa Falls, Zillie Falls), een kratermeer
en Lake Tinaroo bezocht. Vervolgens zijn we nog doorgereden naar Mission Beach, de naam zegt het al; een kustplaatsje. Het weer in de Atherton Tablelands was niet zo geweldig, bij de kust was het
gelukkig weer blauw (we zijn niet meer anders gewend na WA en the Northern Territory). De Tablelands waren absoluut prachtig, ik zou er zo kunnen wonen, maar waarschijnlijk nog prachtiger met een
blauwe hemel en een zonnetje!
Na een nachtje te hebben geslapen bij Mission Beach zijn we de volgende dag naar Townsville vertrokken. Townsville is het zuidelijkste in Australië dat we met Doomy zijn gereisd, de kilometers die
we aan de oostkust hebben gereden zijn dus echt nihil (ongeveer 1500 aan de oostkust tegen ruim 9000 aan de westkust) vergeleken met de voorgaande 6 weken. Nadat we een middagje in Townsville
hadden doorgebracht (een erg leuke stad trouwens!) hebben we Doomy meegenomen op een tripje met de car ferry naar Magnetic Island. Magnetic Island ligt zo'n 8 kilometer uit de kust vanaf
Townsville, is een eiland (joh), en beschikt over bergen met prachtige tropische groene vegetatie in het midden van het eiland, en talloze baaien met hagelwitte stranden aan de kust. Een echt
bounty eiland dus (volgens Jeroen niet, want in zijn belevenis heeft een bounty eiland een doorsnee van 20 meter)! Op Magnetic Island hebben we vier nachten gekampeerd op het Koala Bungalow Bay
Village gelegen aan Horseshoe Bay en hebben we mogen genieten van de possums die elke avond langs onze stoelen, voeten en camper scharrelden, de kookaburra's met hun aanstekelijke lach-geluid en de
tientallen papagaaitjes die de boterhammen van onze borden stalen. In de drie dagen op het eiland hebben we 2 mooie wandelingen, the Forts Walk (en 2 koala's in de bomen gespot, hoe schattig!!) en
een wandeling naar Balding Bay, gemaakt en hebben we heel wat uurtjes vertoefd op Florence Bay en de andere prachtige stranden welke Magnetic Island rijk is. We hebben zelfs nog even gesnorkeld,
dus het snorkelpakket van Jeroen was niet compleet nutteloos. Alleen maar een beetje.. Al met al hebben we een paar heerlijke dagen gerelaxed (Tenminste, ik heb 100% gerelaxed, Jeroen heeft ook nog
aardig gescriptied) op het eiland en eens lekker weinig auto gereden.
Vanuit Magnetic Island zijn we vervolgens weer met de ferry terug naar Townsville vertrokken en hebben we daar nog een paar uurtjes met onze nieuwe Zuid Afrikaanse vrienden (intussen ook in
Townsville aangekomen) aan The Strand, Naast Rock Pool, in Townsville vertoefd. Hierna zijn we naar de rand van het Paluma Range NP gereden en hebben we net buiten het park een camping gepakt en
hebben we's avonds in de Camp Kitchen heerlijk warm de olympische spelen gekeken. Overdag zijn de temperaturen in het noordoosten van Australië goed, zo'n 25 graden en voornamelijk zon soms
afgewisseld door wat wolken, maar aan het eind van de dag koelt het meestal toch goed af. De omslagdoek die in the Northern Territory voornamelijk als ‘strandjurk' fungeerde, heeft nu zijn functie
als sjaal weer terug.
De volgende dag hebben we het Paluma NP bezocht, wederom mooie bergen bezaaid met voornamelijk regenwoud. In het NP hebben we 2 waterpartijen bezocht; Little Crystal Creek en the Jourama Falls,
beiden zeer fraai. Bij Paluma Village hebben we nog een regenwoud wandeling gedaan, het is zo bijzonder om overal om je heen de weelderige regenwouden te zien. Dat is nog eens wat anders dan de
Woensberg in Blaricum of het Lage Bergsche Bos in Rotterdam!
Vanaf Paluma zijn we naar Cardwell gereden (een stadje halverwege tussen Cairns en Townsville) en hebben we op de camping een gezellige tijd gehad met een clubje gepensioneerde rondreizende
Australiërs. Nou die zijn ook niet op hun mondje gevallen. De vers gevangen vis werd genereus met ons gedeeld, dus dat was een goed avondmaal in Cardwell!
De volgende ochtend zijn we in Cardwell eerst even langs de dokter gereden, Jeroen was namelijk al een paar dagen niet echt lekker en had wat vage klachten, even laten checken op rare 'Kakadu NP
ziektes' dus. Waarschijnlijk is er niets aan het handje en eigenlijk gaat het nu alweer stukken beter en is hij alweer best het ventje. Gelukkig maar. Na het doktersbezoekje hebben we onze weg
richting Cairns vervolgd en hebben we nog een uitstapje gemaakt naar de Balinda Boulders; grote uitgesleten rotsen in een rivierbeding omringt door het groenste en mooiste regenwoud dat je ooit
hebt gezien! Vervolgens zijn we verder gereden naar Cairns en hebben we het laatste plekje op een mooie camping buiten de stad weten te bemachtigen. De afgelopen nacht en aankomende nacht kamperen
we dus nog heerlijk omringt door bergen en regenwoud.
Vandaag hebben we lekker in Cairns rondgehobbeld en wat gewinkeld, in ieder geval nog even goed genoten van de fijne temperaturen. In de middag zijn we naar het Royal Flying Doctors visitors centre
en museum geweest, erg interessant! De mensen in de outback zijn bij ziektes, geboortes of ongelukken inderdaad totaal op deze medische service aangewezen en de flying doctors hebben op veel meer
plaatsen vestigingen en zijn veel actiever dan wij voor mogelijk houden. Een goede zaak dus!
Helaas pindakaas is morgen alweer het moment gekomen dat we Doomy moeten inleveren en dat we naar Sydney zullen vliegen. We zijn uiteraard erg benieuwd naar Sydney, maar vinden het erg jammer dat
onze tijd van kamperen in de wildernis erop zit. We hebben zo onwijs genoten van de natuur, het buiten zijn en van de rust, dat het weer lastig zal zijn - niet - op een camping te slapen met alle
ruimte om je heen, maar in een drukke stad. Dat we na de aankomende week Sydney weer naar het overvolle, drukke en gestreste Holland vertrekken, daar proberen we nog maar even niet aan te denken.
Wat dat betreft is deze reis voor ons beiden echt een eye-opener geweest in de zin dat we hebben gezien en ervaart dat er ook andere levensstijlen denkbaar zijn, wellicht veel bevredigender dan het
eeuwige ‘rennen' in Nederland.
Welja, het is toch weer een heel verhaal geworden, maar ik had toch achteraf eigenlijk ook weer zoveel te vertellen! Ik ga nu echt afsluiten, de laatste dingetjes inpakken en genieten van onze
laatste kampeer avond (muuuh, snik!), aan alle mooie dingen komt namelijk een eind! We hebben, kamperend en rondreizend met onze campertjes, een heerlijke tijd gehad aan zowel de oost- als de
westkust! Deze geweldige reis kunnen we echt iedereen aanraden, wat een ervaring!
Welnu, onze reis is nog niet voorbij, we gaan nog even een heerlijke week in Sydney beleven!
Veel liefs,
Nienke en Jeroen
Ps. De fotoserie bij dit verhaal wordt morgen toegevoegd. Verder heb ik alvast een aantal fotoseries moeten verwijderen want we zaten aan ons maximale fotocredit van 200 foto's en niemand heeft ons
extra credit kado gedaan. Bedankt daarvoor! Haha, nee hoor, maar het ligt dus niet aan jullie dat er een aantal fotosessies verdwenen zijn. Wanneer jullie als we weer terug in Nederland zijn de
complete serie komen bekijken komen ze vanzelf allemaal weer voorbij!
Salties en mozzies in de Northern Territory!
Ik meen mij te herinneren dat ik in het vorige verhaal al vermeld had dat we in de Katherine Gorge gekanood hadden en dat we ‘s middags boodschapjes zouden gaan doen. Nou die boodschapjes bestonden voornamelijk uit een door mij aangeschafte didgeridoo. Hij is heel gaaf en ik ben er super blij mee, maar erg handig vervoeren is het niet. Een speciaal voor ons ‘custom made' boomerang was ook onderdeel van de boodschappen, we hebben onszelf weer even flink verwend!
De volgende dag hebben we vroeg in de morgen een wandeling naar de Edith Falls gemaakt. Uiteraard was dit weer bijzonder mooi. Daarna heb ik (niet Jeroen!) een snelle duik genomen in een poel (volgens de borden incl. krokodillen, maar toch vrij oké) vlakbij de Edith Falls. Het wordt hier 's ochtends vrij snel vrij heet, dus alle waterpoelen zijn zeer welkom! 's Middags zijn we met een aardige omweg (oops, afslag gemist) naar het Kakadu NP gereden. Het Kakadu NP is een werelderfgoed en bestaat voornamelijk uit billabongs, moerassen en monsoon bossen. Bovendien huizen er talloze vogelsoorten (zowel native als trek), muggen en - niet geheel onbelangrijk- heel heel veel salties (zoutwater krokodillen). Langs rivieren en watertjes is het dus oppassen geblazen en moet je redelijk van de oever verwijderd blijven want de crocs zitten werkelijk overal. Bovendien leven in Kakadu (en in het daarnaast gelegen aboriginal Arnhemland) vele aboriginal stammen. Kakadu beschikt dan ook over een aantal plaatsen met prachtige rotsschilderingen en dus een rijke culturele geschiedenis. Verder waren er erg veel bosbranden in Kakadu, deze worden namelijk door de Aboriginals aangestoken (goed voor nieuwe vegetatie, natieve dieren waar makkelijker op gejaagd kan worden en het voorkomt explosieve ongecontroleerde bosbranden). De eerste middag in Kakadu hebben we rondgekeken bij Yellow Waters (wetland), uiteraard zaten hier heel veel vogels en ook een gespotte saltie. 's Avonds op een goede bushcamping geslapen, middenin Kakadu, helemaal prima.
De volgende dag hadden we een druk programma; eerst hebben we Nourlangie Rock bezocht, met zijn vele interessante Aboriginal schuilplaatsen en rotsschilderingen. Hierna de Anbangbang billabong rondgelopen, prachtig! Na een bezoekje aan Jabiru (een plaatsje van niets) en het visitors centre (erg interessant over aboriginal cultuur en het park) hebben we Cahils Crossing bezocht (de oversteek naar Arnhemland) en hebben we een wandeling langs de East Alligator River gemaakt. Deze rivier doet zijn naam eer aan, wat een krokodillen! Jeroen mocht een gedeelte van de wandeling niet lopen, aangezien een gedeelte van de wandeling een heilige plaats voor aboriginal vrouwen betrof. Ook deze wandeling was weer prachtig, tussen de palmbomen in het monsoon bos met uitzicht op de salties. Vervolgens zijn we naar Ubirr gegaan, waar zich de meest bekende rotsschilderingen van Kakadu bevinden. Een ranger gaf ter plekke een uitgebreide uitleg en rondleiding over en bij de rotschilderingen en de cultuur van de aboriginals dus dit was buitengewoon interessant. Je verzint namelijk niet zelf dat een rotsschildering ook ‘gewoon' een menukaart kan zijn. Na de ranger-talk zijn we snel naar de Ubirr ‘lookout' gegaan, bovenop deze rots kan je namelijk geweldig de zonsondergang zien. Het uitzicht over de moerassen, Arnhemland en de Great Escarpment range werd nog enigszins gedramatiseerd door de bosbranden op de achtergrond. Na deze zonsondergang was het letterlijk direct naar beneden klauteren en rennen naar de auto, de mozzies (muggen) komen namelijk direct na zonsondergang vanaf de moerassen naar Ubirr gesneld, ze weten de toeristen hier goed te vinden. Deze invasie was eigenlijk al een slecht voorteken voor de rest van de avond. Op onze nabij gelegen bushcamping waren de mozzies in grote (en dan echt grote) getale te vinden, zowel buiten als in onze camper. Wij zijn na het eten vlug Jasper ingevlucht omdat we serieus opgegeten werden, helaas was het in Jasper echter geen steek (letterlijk) beter. Het was binnenin Jasper zelfs nog verschrikkelijker aangezien de ramen door de beestjes niet open konden met als resultaat dat het in de camper minstens 40 graden was. Om 12 uur 's nachts besloten we, na 0 minuten slaap, met zweetdruppels op ons hoofd en god mag weten waar nog meer en muggenbeten all over the place, de camping te verlaten en willekeurig ergens heen te rijden met de ramen open en de airco aan. Aangezien in Jabiru geen hotel meer te krijgen was (niet zo gek om 1 uur 's nachts) zijn we een stuk naar beneden in Kakadu gereden en hebben we vanaf ongeveer half 3 een paar uurtjes op de parkeerplaats van een resort geslapen (eigenlijk met nog steeds muggen in de auto, maar in ieder geval minder muggen buiten de auto).
's Ochtends voor zonsopgang weer weggereden, slapen op de parkeerplaats van een camping vinden ze vast niet leuk. Enigszins gebroken hebben we om half 8 maar meteen een mooi moeras bezocht, prachtig in het ochtendlicht en met duizenden vogels (opa, dit zou je geweldig hebben gevonden!). Hierna zijn we Kakadu uitgereden en hebben we een Jumping Crocodile Cruise gedaan. We gingen anderhalf uur met een bootje varen (met een reling van ongeveer 30 centimeter, whaah) op de Adelaide River welke rivier giga vol met salties zit. Vanuit de boot werd, als een grote croc (zo'n 5 meter lang) gesignaleerd was, een hengel met een stuk vlees gehangen. De krokodillen ‘jagen' dan vervolgens op dit stuk vlees en springen uit het water. De kaken, de grootte en de bijtkracht van die beesten, jemig! Af en toe was het best even spannend aangezien de boot ook af en toe tegen de (met krokodillen bewoonde) oever aangelegd werd en hier geen hekje ofzo zat. Maargoed, we hebben het weer overleefd en het was weer een flinke kick! Vanaf de Jumping Crocodiles zijn we vervolgens naar het Litchfield NP gereden.
Hier zijn we de volgende dag naar de Termite Mouds gegaan (Noord-Zuid georiënteerde termietenhopen) en hebben we 4 schitterende watervallen (Bully's Rockhole, Florence Falls, Tolmer Falls en Wangi Falls) bezocht, waarvan we bij de Florence Falls en de Wangi Falls hebben gezwommen.
De volgende dag zijn we naar het Wildlife Park bij Berry Springs geweest. Hier hebben we een paar uur door het park gelopen, het was leuk (niet giga bijzonder omdat je toch al wel veel beesten in het echt hebt gezien) maar ook wel erg warm. 's Middags zijn we naar Darwin gereden en daar hebben we op de camping Jasper schoongemaakt en de backpacks weer ingepakt. De bijgekochte kampeerspullen en de souvenirs pasten niet meer echt in de backpacks, dus het was weer inpakken voor gevorderden en het lijkt qua bagage of we al minstens een jaar weg zijn.
Vanochtend hebben we eerst onze bagage in een kluis op het vliegveld achtergelaten, vervolgens hebben we Jasper (met pijn in ons hart) ingeleverd. Hierna zijn we met de bus naar het centrum van Darwin gegaan en hebben we hier de hele dag rondgebanjerd. We hadden 's ochtends bij het Wicked depot van een ander Nederlands stel nog een tent gekregen die we weer aan de oostkust kunnen gebruiken, dus deze 4 persoonstent hebben we de hele dag in Darwin meegezeuld. Je voelt je toch een beetje ontheemd zo zonder camper! Van 5 tot 10 uur 's Avonds was er de Mindel Beach Thursday Night Market, waar we uiteraard naartoe zijn gegaan. Deze markt bestond uit tientallen eetkraampjes, kunstkraampjes, didgeridoo spelers (drum n base + didgeridoo: erg cool!) en een zeer multicultureel publiek. Het was onwijs levendig en erg leuk om lekker van de ondergaande zon te genieten, kraampjes te kijken, goed te eten en mensen te kijken. Om een uurtje of 10 zijn we maar naar het vliegveld vertrokken, waar we nu dus al een aantal uur vertoeven. Het is ondertussen half 3 's nachts en het typen en nadenken gaat beduidend een stuk minder goed dan overdag. Misschien zo toch maar even proberen een klein tukje te doen.
Uitgaande dat onze vlucht op tijd vliegt zullen we over een paar uur om 10 voor half 9 in Cairns aankomen. Om een uurtje of 12 kunnen we dan onze nieuwe standaard Wicked Van ophalen, waarmee we in 2 weken de omgeving van Cairns gaan verkennen. Wat we morgenmiddag precies gaan doen dat weten we nog niet, dat hangt een beetje af van de staat waarin we verkeren na een nachtje te hebben doorgetrokken (mezelf kennende zal dat niet echt dendered zijn). Ik denk dat we vast een heel klein stukje omhoog rijden richting Cape Tribulation en dan heel snel een camping aan het strand aanschieten om lekker te gaan tuttelen en slapen. De dag erna zien we wel weer verder!
Lieve meelezers, ik ga even proberen te slapen want ik val om! Ik denk dat ik jullie moet teleurstellen en de foto's bij dit verhaal pas in Cairns zal plaatsen, ik heb weinig puf meer om ze nu uit te zoeken namelijk.. Het wachten zal echter worden beloond!
Tot het volgende verhaal vanuit Cairns!
Veel liefs,
Nien en natuurlijk Jeroen
Cowboy Stumpy in the Kimberley's!
Een dozijn krokodillen, een slang, een gemuteerde muis (gekko), een groot aantal rock wallabies, zo'n honderd Catfish en een Kookabarra verder, hebben we vandaag de Kimberley's verlaten en bevinden
we ons nu reeds een aardig eind in het Northern Territory. Hoog tijd voor een update dus.
Volgens mij is ons vorige verhaal in Broome geëindigd, met het voornemen om de laatste dag in Broome naar Cable Beach en de openluchtbioscoop te gaan. Nou, deze voornemens hebben we uiteraard
waargemaakt, want liegen doen we niet. Cable Beach is inderdaad een prachtig strand, vooral wanneer richting zonsondergang de kamelen het strand opgebracht worden. Het uitstapje naar de oudste
openluchtbioscoop ter wereld was ook de moeite waard. Het authentieke interieur van de bioscoop was geweldig en de overvliegende vliegtuigen en de duizenden sterren aan de hemel maakten het plaatje
helemaal af. Een warme deken om je benen en ook nog een leuke film en klaar is kees!
Tot zo ver Broome. Vanaf Broome zijn we naar Derby vertrokken. In Derby hebben we de Boab Prison Tree bekeken en een oude gevangenis. Erg interessant, maar verder was er in Derby weinig te beleven.
Na een boodschap zijn we - niet - (wel dus) de Gibb River Road opgereden. Ik zeg - niet - (maar bedoel dus - wel - ) aangezien we met onze Wicked Camper een aantal road restrictions hebben gelden,
waaronder de Gibb River Road (een ruim 600 kilometer lange onverharde 4wd weg dwars door de Kimberley's, oorspronkelijk gebruikt als vee route, nu 1 van de laatste echte 4wd adventures in
Australië) en de wegen in en naar het Purnululu NP. Deze wegen mogen we dus eigenlijk niet betreden, maar hé, je bent jong en je wilt wat (zien). Goed, we zijn dus - niet - via de eerste 100
kilometers van de Gibb River Road naar Windjana Gorge gereden. Hier hebben we op de bushcamping overnacht (Erna, ik herkende de camping van jullie video!) en 's avonds en de volgende ochtend de
Windjana Gorge bekeken. Windjana Gorge is een onderdeel van het Devonian Reef en heel heel lang geleden toen wij nog op handen en voeten liepen, strekte de zee tot dit rif. Buiten het feit dat
Windjana Gorge een hele mooie kloof is (hele mooie kleuren rond zonsondergang), was het extra interessant omdat hier tientallen sweeties (zoetwater krokodillen) leven en goed in het zicht liggen te
niksen. Je kan tot op een paar meter afstand komen, dus dat heeft weer wat mooie plaatjes opgeleverd. Vanaf Windjana Gorge zijn we via de King Leopold Road naar Tunnel Creek gereden (deze weg is
qua wasbord en stenen 10x slechter dan de Gibb). De Tunnel Creek is een 750 meter lange door een rivier uitgesleten tunnel (joh), door een bergmassief. Gewapend met een zaklamp zijn we door deze
soms pikzwarte tunnel geklauterd en gestruind, af en toe tot de knieën wadend in het water. Gaaf was het wel! Hierna besloten we toch - niet - nog een extra stuk van de Gibb River Road te rijden en
de hieraan liggende Bell Gorge te bekijken. De route naar Bell Gorge over de Gibb River Road was echt schitterend, af en toe was de weg slecht, maar over het algemeen vrij goed. Vlakbij Bell Gorge
kwamen we echter een aardig diepe rivercrossing tegen, tot nu toe waren deze met ons 4wdje goed te doen geweest, maar met de road restriction in ons achterhoofd was deze rivier toch een iets te
groot risico. Zo'n 10 kilometer voor Bell Gorge hebben we dus op een picknickplaats overnacht. De volgende ochtend hebben we het hele eind weer teruggereden over de Gibb River Road, zonder dus ook
maar een glimp van de Bell Gorge te hebben opgevangen. Al met al hebben we genoeg kilometers over de Gibb River Road gehobbeld om het ‘afgelegen' gevoel te kunnen ervaren en een heel mooi extra
stukje van de Kimberley's te kunnen zien. Weer terug aan het begin van de Gibb River Road zijn we naar Fitzroy Crossing gereden, een plaatsje in the middle of nowhere. Hier hebben we op een
heerlijke groene camping Jasper van binnen en buiten eens flink gesopt, we hadden namelijk de halve Gibb River Road in en op ons Jaspertje meegenomen, ongelooflijk wat een stof overal. 's Ochtends
om 8 uur hebben we een boottocht door de Geikie Gorge gemaakt. De Geikie Gorge is ook onderdeel van het Devonian Reef, heel bijzonder om die rifwanden en dat water te zien te midden van zo'n droog
gebied. De Rock Wallabies en sweeties waren ook in de gorge aanwezig, dus genoeg te zien! Na dit tochtje zijn we naar Halls (Oftewel Hel's) Creek gereden, hier getankt (dat doen we gemiddeld elke
dag) en snel weer doorgereden. Net als Fitzroy Crossing ligt Halls Creek middenin de Kimberley's en bestaat uit ongeveer 1 straat met een supermarkt, een toeristbureau en een bottleshop waar
treurig genoeg grote groepen aboriginals voor rondhangen. Vanaf Halls Creek zijn we doorgeknord naar het Purnululu NP. Om 3 's middags betraden we - niet- de 53 kilometer lange (4wd only)
toegangsweg naar het Purnululu NP om, om ongeveer 5 uur te arriveren. Deze reistijd over 53 kilometer zegt waarschijnlijk genoeg over de conditie van de toegangsweg. Zo niet dan zal ik de
verbeelding nog even helpen en de weg beschrijven: wasborden, stenen, geslinger, rivercrossingen, zand, heuveltjes en dalen, het tegen-tegenover-gestelde van de A1. Volgens Jeroen is deze weg de
jongensdroom van elke man. De omgeving waar je doorheen rijdt is prachtig, dwars door heuvels en zandstenen formaties en al dan niet droge rivierbedingen. Uiteindelijk aangekomen bij de Bungle
Bungle Range in het Purnululu NP waren we wel blij dat Jasper daadwerkelijk deze weg aangekund had (oké oké, we moeten wel toegeven dat we de nummerplaat van Jasper bij een rivercrossing zijn
verloren) en dat we veilig en zonder kleerscheuren in het park waren gearriveerd. De volgende ochtend hebben we onze bushcamping weer verlaten (wat was het 's nachts kkkoud!) en zijn we naar de
Bungle Beehives gereden. Hier hebben we een wandeling naar de Cathedral Gorge gemaakt en de Domes walk gedaan. Het Purnululu NP staat op de wereldefgoedlijst, niet gek want dit park is echt zo
bijzonder en prachtig. De Beehives zijn zwart/rood gevormde zandstenen rotsformaties welke op bijenkorven lijken. Hierna zijn we naar de andere kant van het park gereden (makkelijk ruim een uurtje
rijden) en hebben we een wandeling naar de Echidna Chasm kloof gemaakt. Eerst wandel je door een kale droge rivierbedding met torenhoge rode rotswanden aan weerszijde (pfff warm!!), maar na een
paar minuten verschijnen overal palmbomen en andere bijzondere vegetatie en krijgt de bedding iets weg van een oase. Ineens komen de rode rotswanden wel heel dicht bij elkaar en kan je een heel
stuk door een hele smalle hoge (koele! Wat een verademing!) kloof lopen. We hebben in het Purnululu NP weer een stukje paradijs op aarde gevonden! Aan het eind van de middag is het Jeroen toch
gelukt me van een lookout point midden in het park weg te trekken en zijn we in 2 uur weer uit het park gehobbeld. Vlakbij het park hebben we weer overnacht op een picknick plaats, goed moe van de
indrukwekkende dag. De volgende ochtend zijn we weer vroeg vertrokken (door het warme weer (gemiddeld 30-35 graden schat ik + al ruim een maand geen wolkje meer gezien) en de relatief korte dagen
staan we tegenwoordig ongeveer rond half 7 op en proberen we om half 8/8 uur onderweg te zijn) en zijn we weer een flink eind omhoog gereden naar El Questro. El Questro is (zoals alle grond aan de
Gibb River Road) een privé-landgoed en ligt zo'n 40 kilometer van het einde van de Gibb River Road. We hebben dus - niet- weer even een stukje op de Gibb River Road gereden (maar ach, na de Bungle
Bungle toegangsweg kan je alles) op weg naar El Questro. El Questro beslaat ongeveer een miljoen hectaren en heeft delen van haar grond omgetoverd in een winderness park, beschikkende over een
cattle station, een camping en lodges en een groot aantal kloven, kliffen, vlakten en natuurlijke bronnen. Ironisch genoeg hebben we op weg naar El Questro een tak van de Pentacost River
overgestroken, terwijl de rivercrossing van de Pentacost River de reden was waarom we in ieder geval niet de hele Gibb River Road zouden rijden. Deze rivercrossing van de Pentacost hebben we echter
meerdere malen gedaan (ik zelfs per paard, was gelukkig ook een 4wd!) en was eigenlijk best leuk! El Questro was geweldig, geweldige natuur, geweldige mensen. We hebben 2 nachten op El Questro
gekampeerd, waarvan 1 op een private campground helemaal alleen tussen de bossen aan de Pentacost River (donker dat het daar 's nachts is)! In de Pentacost schijnen ook weer krokodillen te zitten
(die zitten hier in het Noorden bijna overal..), dus helemaal gerust was ik niet, maar mooi was het wel! In El Questro zijn we allereerst naar de Zebedee Springs geweest. Dit is een natuurlijk bron
waar water van zo'n 28 tot 32 graden uitkomt en vervolgens door allerlei poeltjes en watervalletjes naar beneden stroomt. De spring is omringt door talloze palmbomen en hoge rotswanden, wederom een
echt paradijsje dus. Hier hebben we in de ochtend een paar luttele uurtjes heerlijk gebadderd, echt een plaatje! 's Middags hebben we een wandeling door de Amalia Gorge gemaakt (en een slang
gespot!), erg mooi maar ook erg warm! Jeroen had de lichten van Jasper aan laten staan, dus aan het eind van onze wandeling troffen we Jasper met lege accu aan. Heel fijn, maar na wat gerommel met
de startkabels en een andere auto konden we gelukkig toch weer op weg. Aan het eind van de middag en ‘s avonds hebben we met staf van El Questro biertjes gedronken, erg leuk. De dag van vertrek uit
El Questro had ik voor mezelf een toetje geregeld. Van half 7 's ochtends tot ongeveer half 10 ging ik namelijk paardrijden (op Rusty!)! Ik heb nu overal zo'n spierpijn dat ik bijna niet meer kan
zitten, maar het was het dubbel en dwars waard! Het was zo geweldig om door dat prachtige landschap te rijden, dwars door riviertjes en oases, door droge creekjes en om te galopperen over de
vlaktes omzoomt door ruige bergruggen. Aan zo'n ritje elke dag en een leven op een homestead zou ik best kunnen wennen, waarom iedereen in Nederland een kantoorbaan ambieert wordt ons steeds meer
een raadsel! Maar helaas, geen verdere toekomst in El Questro, we moesten weer verder.. Vanaf El Questro vertrokken we -niet- terug over de Gibb River Road naar Kununurra (inclusief een extra ritje
van een uurtje, oops schoenen vergeten..). Hier hebben we weer even boodschappen gedaan, de voorraad was namelijk totaal uitgeput, en heb ik een aantal boeken gekocht (hoe dat (+ Jeroen's totaal
onhandige en onnodige snorkel- en flipperpakket, daar zijn we het eindelijk over eens) over een week weer allemaal in die backpacks gaat passen mag Joost weten). Na Kununurra zijn we naar Lake
Argyle gereden, een gigantisch groot stuwmeer van ongeveer de oppervlakte van Nederland. Hier hebben we 's avonds en de volgende morgen wat rondgekeken, erg mooi. Hierna passeerden we vrij snel de
grens van Western Australia naar het Northern Territory en waren we meteen anderhalf uur kwijt aangezien er tijdverschil tussen de staten binnen Australië bestaat. Na een bezoekje aan en een
wandeling in het Keep River NP (wederom mooie zandsteen formaties en veel groen) zijn we in 1 middag naar Katherine gereden, waar we ons op dit moment ook bevinden.
Op dit moment kamperen we op Springvale Homestead, de oudste homestead en cattle station in the Northern Territory. We kamperen direct aan een billabong met een stuk of 8 freshies en de Rock
Wallabies hupsen hier overal over de camping en langs en bij onze camper. Ook hier zitten Gekko's in het toiletgebouw, maar er schijnen hier ook gigantische padden en kikkers te zitten, dus ik moet
er maar aan wennen. In Katherine zullen we de Katherine Gorge per kano gaan verkennen, dobberen in de hot springs en gaan wandelen naar de Edith Falls. Deze week staan het Kakadu NP en het
Lichfield NP nog op het programma, helaas zit daarna onze tijd in Western Australia en the Northern Territory er alweer op, 7 augustus vliegen we namelijk alweer naar Cairns om daar weer nieuwe
avonturen te beleven.
West Australië heeft ons in ieder geval gepakt en in positieve zin verbaast, de flora en fauna en de mensen zijn ons onwijs bevallen. De Kimberley's zijn geweldig, zo oneindig veel kloven,
bergruggen (met palmbomen) en rivieren te verkennen. Het is echt een paradijs en een prachtige uitdaging voor een ieder die wil 4wd-en.
Kortom, het is nog steeds genieten hier en onze tijd in Australië vliegt veel te snel voorbij!
Hopelijk gaat in Nederland ook alles goed.. Is het in Nederland nog steeds zomer, of is het weer alweer omgeslagen? Gezellig dat jullie ons tussen jullie eigen vakanties door nog steeds volgen! Opa
en oma, ik hoorde dat ondanks het gebrek aan internet jullie de verhalen vanaf het thuisfront via de post ontvangen en hiervan genieten en ook met ons meereizen! Erg leuk en alle mooie foto's
hebben jullie tegoed!
Heel veel liefs en tot de volgende keer vanuit Darwin of Cairns, See Ya van Cowboy Stumpy (heel stoer op het paard, iets lomper in het dagelijks leven) en Joep
The Pilbara
Goodday ya'all!
Op het moment dat ik dit schrijf eet ik me misselijk aan m&m's. Waarom? Omdat we met de nodige zoetigheid en muziek de Great Sandy Desert wat minder ‘boring' proberen te maken. Ja buuf, de
Great Boring Sandy Desert is inderdaad een zeer gepaste naam voor dit stuk ‘niets', wij hebben deze benaming in ieder geval vast overgenomen. Goed, wij zitten nu dus in de auto en zijn op weg naar
Broome (joehoe, de Kimberley's!), de Pilbara hebben wij net verlaten. We hebben vannacht op een farmstay geslapen, dus zo ongeveer tussen de koetjes, zo'n 100 K's boven Port Hedland. Erg leuk en
erg gezellig, maar nu takkelen we dus, onder het ‘genot' van de nodige roadkill, even een paar 100 kilometertjes op weg naar Broome.
Goed, genoeg over nu want de afgelopen dagen waren vele malen interessanter. Een paar dagen geleden zijn we vanuit Exmouth vertrokken en zijn we naar een 24h site langs de highway op weg naar Tom
Price gereden. Deze 24h site bevond zich naast een droge rivierbedding (dat zijn alle rivierbedingen hier), ruimte en hout genoeg dus we konden 's avonds weer een vuurtje maken en de worstjes,
corn, toast en marshmallows hierboven roosteren. Net kamp, alleen dit vond ik (uiteraard) vele maken leuker. Voordat we op 24h site neerstreken hebben we in het Cape Range NP eerst nog een
voorproefje op de aankomende dagen mogen beleven. Net buiten Exmouth hebben we namelijk de Charles Knife Road gereden, een weg welke haaks het NP ingaat. De weg zelf en de uitzichten op de kloven
van het Cape Range NP en op de achtergrond de zee waren spectaculair. Wat een park! Dit waren echter niet de enige kloven die we de aankomende dagen zouden zien..
Vanaf de 24h site zijn we over zowel verharde als onverharde wegen naar Tom Price gereden, en vanaf ongeveer dit punt (tot, ik gok, Darwin) zijn zowel de binnen- en buitenkant van de camper, als
onze voeten, benen, handen en kleren, net zo rood als de dirtroads en de aarde hier. De weg naar Tom Price voert door de Hamersley Range en is buitengewoon mooi. Het binnenland van de Pilbara ligt
erg afgelegen, maar we zijn er van overtuigd dat we hier het ware en ruige gezicht van (West) Australië hebben gezien: Knalroden bergketen all over the place, overal spinifex, struiken,
eucalyptusbomen, droge floodways, termietenhopen, emu's, gigantische roofvogels, roadtrains van zo'n 60 meter (4 aanhangers) lang en ten slotte om de paar honderd kilometer een roadhouse met niet
betaalbare diesel. Tom Price zelf ligt middenin de outback van de Pilbara, is een mijnstad, heeft een paar duizend inwoners (voornamelijk mijnwerkers) en is de enige ‘stad' in de verre omtrek.
Belangrijke (en steeds belangrijker wordende) trekpleister voor toeristen is echter dat Tom Price ‘the gateway' tot het Karijini National Park is. Dit gigantische park is in 1 woord
geweldigmooienbovendientewaus! Dit park bestaat voornamelijk uit bergruggen en diepe kloven met verstopte watervallen en poeltjes waar menig Centre Parcs park jaloers op zou zijn. Het is echter
geen Centre Parcs, maar de outback, en elk jaar komt er dan ook een handjevol toeristen om in het park, die zich hebben verkeken op de gevaren die in het park schuilen. Wij zijn echter echte
bikkels en zoals je merkt leven wij dan ook nog. De 1e dag in het Karijini NP hebben we de Hamersley Gorge bezocht. We hebben de hele middag door de prachtige gorge gelopen en in de
ijskoude poelen gezwommen. In de Hamersley Gorge kon je buitengewoon goed de verschillende steenlagen (iron: zwart, silicia: rood en wit) zien, prachtig! De volgende dag hebben we onze boel bij Tom
Price gepakt en naar Dales Campground in het NP gereden. Op deze bushcamping (met de schoonste bushloo ever) hebben we 2 nachten gestaan en vanaf hier hebben we de Dales Gorge en de Weano Gorge
verkend. Vanaf de bushcamping hebben we een mooie wandeling naar Dales Gorge gemaakt, waar we een paar uur door de gorge hebben geklauterd om Circular Pool, de Fortescue Falls en Fern Pool te
bekijken. De wandeling en de pools en watervallen waren buitengewoon, erg gaaf. In Fern Pool hebben we gezwommen (koud!!) en onder de waterval gestaan. Super mooi! Na een koude nacht (in de outback
is het 's nachts rond of iets boven het vriespunt, brr) zijn we de 3e dag in het park vanaf de bushcamping over een 60 kilometer onverharde weg vol wasborden en stenen naar de Weano
Gorge gereden. Achteraf bleek dat Jasper niet echt genoten had van dit ritje (we leidde van het spontaan aangaan van de ruitenwissers juist af dat Jasper genoot), aangezien wij op deze wasbordweg
spontaan van hobbel frustratie begonnen de gillen bleek bij ons tijdens het ritje al dat we de weg niet echt leuk vonden. Ook de Weano Gorge en de omliggende kloven waren prachtig en de wandelingen
nog uitdagender dan in Dales Gorge. Verschillende delen van de Hancock en de Weano Gorge stonden onder water met als gevolg dat je of erdoorheen moest of erboven langs. Een heel geklauter dus, maar
super leuk en mooi! Ook deze kloven waren vol groene vegetatie en stroompjes, de wanden knalrood. Jeroen en ik hebben in de Hancock Gorge zelfs de Spiderwalk gedaan. De kloof was hier zo smal, dat
je je als een spin met je handen en voeten aan weerszijde van de kloofwand boven de waterstroom moest manoeuvreren. De open ruimten met poelen die daarop volgden deden je een beetje voelen alsof je
ergens heel diep in de aarde was geklommen. Heel bijzonder! Na een hobbelige terugweg hebben we op de bushcamping hondenvoer gegeten (beef&veggies uit blik, gadverdamme), niet voor herhaling
vatbaar. We hadden het wellicht beter aan de rondlopende Dingo's (wilde honden) moeten voeren, ware het niet dat je die niet mag voeren aangezien ze dan een beetje agressief worden. Ik ben me
trouwens 's avonds een paar keer een hoedje geschrokken wanneer er ineens een dingo langs kwam lopen, een paar van die groene ogen die langs schieten, whaah wat een held. Het feit dat het volle
maan was en de dingo's naar de volle maan begonnen te huilen, maakte mijn gemoedsrust er niet echt beter op. Gelukkig was Jeroen zo galant me 's avonds naar de bushloo te begeleiden.
Al met al, voor ieder die zich naar Australië begeeft en van ruige natuur houdt, deze tip: Bezoek het Karijini NP! Neem wel een goed paar banden mee, wij bleken op de dirtroads van Karijini toch
een gaatje in Jasper's band te hebben gereden (we waren niet verbaast eigenlijk). Net buiten Karijini hebben we de band even goed opgepompt en het naar Port Hedland gered, waar de band ‘geplakt'
kon worden en we dus onze weg naar de farmstay camping konden vervolgen. Jasper rijdt nu gelukkig weer rond met in elke band dezelfde bandenspanning, toch wel beter. In Broome gaan we nog even
kijken of we 1 van de 2 accu's van Jasper gaan vervangen, 1 doet namelijk niets meer en geeft soms wat probleempjes met starten. We'll see, het Jasper avontuur wordt vervolgd.
We zien trouwens heel wat onwijs lelijke en soms ietwat grove Wicked busjes over de weg rijden, we (voornamelijk ik, Jeroen vind alles wel best) vrezen dus voor het uiterlijk van ons (niet outback)
wicked vannetje in Cairns. Waarschijnlijk rijden we daar onwijs voor gek, maar wat maakt het ook eigenlijk ook uit, we zijn toch al rood.
Wat is verder nog het vermelden waard? Dat we al 2 weken geen wolkje meer hebben gezien, alleen strakblauwe lucht. En dat ik zonet bij het roadhouse zag dat het in de schaduw 33 graden is. En dat
koeien hier spontaan naast de weg lijken dood te vallen, best een raar gezicht een koe langs de weg met 4 poten de lucht in. En wat een lucht, ongelooflijk, zulk stinken. En dat we vandaag al wel
een stuk of 100 dode kangaroos, konijnen en vossen langs en op de weg zijn tegengekomen, heel zielig en ook zo'n geur. En dat de dagen voorbij vliegen (net als de vliegen, wat zijn die irritant: in
je neus, onder je bril!), een stukje rijden, een stukje lopen, een biertje en voorbij is de dag alweer! En dat de lensdop van m'n camera nu ergens onderaan de Fortescue Falls ligt. Deze heeft een
wildwaterbaan ritje gemaakt (niet echt handig Nien) en gaat een nieuw spannend leven in Australië tegemoet. Wie wil dat nou niet, achtergelaten worden in het Karijini NP?!
Ondertussen komen we al redelijk in de buurt van Broome, zijn de m&m's op en de Great Sandy Desert is nog steeds 'boring'. Hopelijk kunnen we in Broome nog een campingplekje vinden (nog steeds
die ‘bloody' schoolholiday) en kunnen we een paar daagjes lekker chillen! Dit weekend vindt in Broome ‘the staircase to the moon' plaats, bij volle maan reflecteert de maan op de zandbanken en
schijnt de illusie te worden gewekt dat er een trap naar de maan is gevormd. Vanaf Broome tot verder noord leven ook krokodillen, dus die zullen we, net als de wilde kamelen, een dezer dagen ook
wel voor het eerst gaan zien.
2 dagen later..
Op het moment van het posten van dit verslag is het zondag en zijn we al voor de 2e dag in Broome. We hebben het laatste campingplekje in heel Broome weggekaapt, alles is totally booked
out. We staan op een handige locatie, direct aan de Town Beach, dus helemaal goed! Gister hebben we lekker in Broome rondgekeken, boodschapjes gedaan en hier en daar wat gekocht (m'n Australische
hoed!) Bij de courthouse was ook markt, dus dat was erg leuk! Bij een standje van een dierenopvangcentrum uit Broome waren 2 grote Australische slagen te zien en 3 baby-kangaroo's (Joey's). De
Joey's waren te schattig voor woorden en de slangen hebben we zelfs aangeraakt. Het is wel weer even lekker om tussen de mensen te zijn, even wat drukte om ons heen. Gisteravond hebben we naar de
‘staircase to the moon gekeken', erg bijzonder.
Daarna onder het genot van een wijntje en een biertje met een groepje mensen op de camping gegeten en tot in de late uurtjes gekletst. Verder is Broome lekker om te zijn, mooie stranden, genoeg winkeltjes, interessante geschiedenis en veel (aboriginal) art galleries. De stad heeft een multicultureel tintje aangezien het dichtbij Azie ligt. Door de parels die in de wateren rond Broome worden gevonden, zijn er vooral in de geschiedenis vele Japanners en Chinesen naar Broome gekomen, als parelduikers. In de stad zie je dan ook in bijvoorbeeld de gebouwen verschillende japanse invloeden (het centrum heet dan ook Chinatown), zijn er vele herdenkplaten voor de gestorven parelduikers en is er een Japans kerkhof. Vanmiddag en met zonsondergang zullen we een kijkje gaan nemen bij Cable Beach (volgens sommige het mooiste strand van Australie) en de haven. Vanavond vind de ‘staircase to the moon' weer plaats en zullen we naar een cafe in het centrum gaan waar op zondagavond krab-races worden gehouden. Morgen nog een dagje lekker rustig aan en 's avonds willen we naar de openlucht bioscoop. Hier in Broome bevindt zich de oudste (openlucht) bioscoop ter wereld. De landingsbaan van het vliegveld van Broome ligt middenin de stad en de vliegtuigen vliegen hier onwijs laag over. Het schijnt erg spectaculair te zijn om 's avonds in de openlucht bioscoop vliegtuigen net boven je hoofd te zien overrazen. Dinsdag zullen we Broome weer verlaten en hebben we nog ongeveer 2 weken om in de Darwin te komen. Na Broome zal Derby onze eerste bestemming zijn, en vanaf dan zullen we ‘echt' de Kimberley's gaan ervaren. We zijn wederom erg nieuwsgierig en hebben er erg zin in!
Wederom bedankt voor alle berichtjes en mailtjes! We hopen dat het weer in Nederland weer wat is opgeknapt en wensen iedereen die nu ongeveer op vakantie gaat (of al is!) een hele fijne vakantie toe! Lekker he? Vakantie!
Heel veel liefs,
Nienke en Jeroen
The Coral Coast!
Lieve allemaal,
G'day, what are you up to? Ten eerste nogmaals bedankt voor alle leuke reacties! Er komen weer een aantal foto's aan, dus excuses als we jullie zo jaloers maken, daarom deze post maar in het
weekend (dan zijn jullie in ieder geval niet aan het werk)!
Sinds het vorige berichtje is Jasper gelukkig weer helemaal gefixed (al is het lampje waar het allemaal mee begon alweer kapot, maar daar kom ik heus niet meer aan..) en hebben we inderdaad onze
trip naar het Francois Perron NP gemaakt. Voordat we daarheen gingen hebben we eerst 's ochtends in Monkey Mia bij de dolfijnen gekeken. Hier zijn namelijk wilde dolfijnen die elke morgen helemaal
tot aan de kust komen om wat visjes te komen eten (en nee Marijke helaas, ook wij werden niet uitgekozen om dedolfijnen zelfte voeren). Erg gaaf om de bottlenose dolfijnen van zo dichtbij te zien!
Voordat we 's middags het NP betraden, hebben we eerst bij Peron Homestead gekeken. Dit is een oude schapenfarm, opengesteld voor publiek. Erg leuk! De volgende dag hebben we zelfs nog een tijd in
de natuurlijk verwarmde hottube gezeten. Erg lekker en in 1 klap weer schoon! Voordat we de volgende dag mochten uitrusten in de hottube was het echter eerst nog even flink werken geblazen, althans
voor Jasper en Jeroen. Het Francois Perron NP is namelijk alleen per 4wd track te bereiken, en op sommige plekken was de track behoorlijk zanderig en slecht begaanbaar. Gelukkig hadden we de banden
een heel stuk laten leeglopen en deed de 4wd van onze auto het goed, maar af en toe was het toch even spannend of we nergens vast zouden komen te staan. Ook deed het stuur niet wat de banden deden,
met als resultaat dat het ritje meer een achtbaan dan een autoritje leek. Een avontuur was het zeker en Jeroen genoot met volle teugen om het beestje in bedwang en gaande te houden! Het NP was
schitterend, opgedroogde (zout)meren, groene struiken en wildflowers en hagelwitte stranden met dieprode kliffen. Nadat we op de noordelijkste punt van het park een mooie wandeling hadden gemaakt,
hebben we bij de bushcamping Gregories in het park overnacht. We stonden direct aan het strand, pannenkoeken eten tijdens zonsondergang: onbetaalbaar! De volgende dag duurde het weer even voordat
we het park uit waren en vaarwel tegen de hottube hadden gezegd, maar nadat we de banden weer hadden opgepomd hebben we onszelf toch maar naar Carnarvon gesleurd. Hier hebben we gekampeerd en een
camping in Coral Bay geboekt. Dit was aanvankelijk weinig succesvol, ivm schoolholiday (tss doen ze daar hier ook aan?!) is ongeveer heel Coral Bay, Exmouth (en bleek vandaag ook Karijini)
volgeboekt. Gelukkig was er 's ochtends nog een cancellation, dus de volgende morgen zijn we alsnog naar Coral Bay gereden.
In Coral Bay hebben we's middags heerlijk gesnorkeld. Coral Bay ligt aan het begin van het Ningaloo Reef, het koraalrif begint hier dus zo'n 10 meter vanaf de kust. De volgende dag zijn we
doorgeknord naar Exmouth, om vanaf hier de rest van het Ningaloo Reef te verkennen als ook het Cape Range NP. Na een korte boodschap in Exmouth snel een campingplek weten te bemachtigen op het
Yardie Creek Caravan Park, net naast de ingang van het Cape Range NP, perfect dus. Hierna zijn we (hoe kan het ook anders) naar Yardie Creek in het Cape Range NP gereden, en hebben we hier langs de
gorge gewandeld. Erg mooi en ruig! Gister hebben we ook nog een hele dag in het Cape Range NP doorgebracht. 's Ochtends gewandeld door de Mangu Mangu Gorge, 's middags bij Turquoise Bay gesnorkeld.
Het strand bij Turquoise Bay is hagelwit en de vissen en het koraal kleurrijker dan je je kan voorstellen. Er staat een hele sterke stroming, dus je kan je zo op de stroming laten ‘meedriften', de
andere kant opzwemmen kost helaas wat meer moeite! Tot mijn schrik zwom er ook een rifhaai, Jeroen vond dit uiteraard prachtig! Ook het zonnetje scheen weer aardig, ik ben uiteraard alweer
behoorlijk verbrand.
Vandaag (en op dit moment) zijn we even in Exmouth aan het rondneuzen (net maar even 2 petjes tegen de zon gekocht!), vanmiddag zullen we voor de laatste maal een uitstapjein het Cape Range NP
maken (Charles Knife Road en lookout, Shothole Canyon is helaas afgesloten) en vast een stuk richting Tom Price rijden. We wilden eigenlijk vanmiddag nog snorkelen (dat was namelijk zo leuk!!),
maar er staat een aardige wind dus we vrezen iets te veel voor bevroren lichaamsdelen, maar even niet dus. Hopelijk kunnen we vanavond weer een 24h rest area vinden, goed voor de centen! Morgen
zullen we verder naar het Karijini NP rijden. Hier zijn we van plan een aantal dagen te blijven alvorens in (hopelijk) 2 dagen naar Broome door te knallen. De aankomende week zullen we dus even wat
kilometers gaan vreten!
De benzineprijzen liggen hier al ruim boven de 2 dollar, hopelijk gaat dit naarmate we nog noordelijker komen niet nog meer omhoog, maar ik vrees het ergste. Feit is wel dat het het waard is,
Australië is echt prachtig. Het landschap (met de dag roder en ruiger), de flora (steeds droger en stekeliger maar toch groen) en de fauna (steeds weer nieuwe kaketoes en papagaaien en kleine
schattige gekleurde vogeltjes waarvan ik de naam niet weet) veranderen met de kilometer (en reptielen, roept Jeroen!). Ook de temperatuur verandert met de kilometer, hier in Exmouth is het denk ik
overdag tussen de 25 en 30 graden, we willen niet weten hoe het hier is als het zomer is. Duidelijk is wel dat de korte broeken, slippertjes, zonnebrand en bikini uit het stof zijn gehaald!
De dode kangaroos langs de weg lijken helaas in plaats van af te nemen, alleen maar toe te nemen. De kadavers stinken zo erg, dat de geur zelfs de auto binnendringt als je met 80 km/h langsrijdt,
getver. Ze zien er ook niet zo smakelijk uit, ik ben maar begonnen met m'n ogen dicht te doen of weg te duiken achter de wegenkaart (behalve natuurlijk als ik de driver ben, dat zal niet best
zijn). We snappen trouwens ondertussen wel hoe de kangaroos zo langs de weg komen te liggen, we hebben al een paar keer mogen ervaren dat de kangaroos het echt erg leuk vinden om vanaf een uurtje
of half 5 's avonds vlak voor de auto (bij ons gelukkig nog niet eronder) de weg over te hupsen. Kangaroo-levensgevaarlijk! We proberen dus elke dag wel te zorgen dat we vanaf 5 uur niet meer
hoeven te rijden, wat opzich niet zo raar is aangezien de tijden van de dagen die we hier maken toch heel anders zijn dan in Nederland. Het is om ongeveer 6 uur donker, dus om 9 uur zijn de oogjes
meestal wel dicht en om 9 uur 's ochtends zijn we elke morgen weer op pad. Even wennen, maar het gaat vanzelf. Verder beginnen de vliegen af en toe al een beetje irritant te worden, ik zie Jeroen
over een tijdje wel zo'n geweldige gaashoed kopen. Haha, dat zal een mooi gezicht zijn!
Het blijft duidelijk, we blijven genieten van dit prachtige land! Hopelijk wordt het weer in Nederland ook gauw beter, anders zijn we straks zo bruin vergeleken bij de rest van jullie als we
terugkomen (en willenAlice en Bart nooit meer bij ons in Nederland op bezoek komen en valt de bbq in het water.. dat zou toch jammer zijn)!
Heel veel liefs en tot gauw,
Nienke en Jeroen
Ps1. Sjoerd, van harte gefeliciteerd met je slagen!
Ps2. Marloes, de koala proberen we voor je mee te nemen, zal een flinke klus worden..
Ps3. Bart en Alice, hoe slaapt m'n bed?
Ps4. Hannes, een hele fijne vakantie, geniet!
Ps5. Annejij ook een hele gave vakantie, ik ben benieuwd naar de berichten en kleine Anne, hoe is het met je mooie nieuwe huis?
The Batavia Coast: Unreal!
G'day lieve meereizende thuisblijvers,
Wat gezellig dat jullie nog altijd met ons meereizen! Hopelijk is alles goed in Nederland, maar aan de berichtjes te zien is dat wel het geval!
Sinds het vorige bericht hebben we voor ons gevoel (en het is ook best wel zo) al een behoorlijk eind afgelegd. Als we op de kaart kijken krijgen we het tegenovergestelde gevoel. Australië en dan
meer specifiek West Australië is groot, heel groot. Op deze afstanden kan je je eigenlijk niet instellen, deze moet je ervaren; een hele dag in de auto zitten en op de overzichtskaart misschien een
centimeter verder zijn gekomen. Gelukkig is West Australië inderdaad zoals de Ozzies zelf zeggen ‘Absolutely Beautiful' en kijken we onze ogen uit. Daar komt nog bij dat de Australiërs ongelooflijk
gastvrij en vriendelijk zijn.
Goed, wat hebben we ondertussen precies uitgespookt. Na 2 onwijs gezellige dagen bij Ian te hebben gelogeerd, (incl. Green Tai Curry 's avonds op de bbq en 's ochtends de worstjes) verlieten we
opgewarmd en wel Fremantle (oftewel Freo). Ook waren we goed uitgerust, we zijn namelijk met Ian mee geweest naar Yoga. Jeroen was een natuurtalent moet ik zeggen, wat zijn wij Nederlanders
buitengewoon soepel.
Nog geen uur rijden ten noorden van Perth hebben we het Yanchep NP bezocht. Wanneer je hier bent voelt het al of je kilometers weg van de bewoonde wereld bent. In het NP hebben we een mooie
wandeling gemaakt en naast de vele ‘White- tailed Black Cockatoo's', koala's gezien! De meeste koala's zaten heel lief in de bomen te slapen, maar er waren er ook 2 heel actief en deze gaven een
mooi koala showtje weg. Aan het eind van de middag hebben we de Pinnacles bij Cervantes bezocht. Deze Pinnacles zijn limestone pilaren (de ontstaansgeschiedenis hiervan zal ik je besparen) en deze
Pinnacles beslaan een aardig groot gebied waar je met een track doorheen kan rijden. Op de heenweg bijna een kangaroe aangereden, maar de drivingskills van Joep hebben de kangaroe gelukkig van zijn
ondergang gered.
De volgende dag zijn we via de kustweg naar Northampton gereden. Onderweg zijn we in Geraldton naar het Western Australian museum geweest. Het museum gaf een duidelijk overzicht van de geschiedenis
van West Australië en van de huidige situatie qua flora en fauna. Wat voor ons Dutchies de aanvankelijk trekpleister was, is dat in het museum overblijfselen van de Batavia tentoongesteld zijn. Op
de kliffen van de hedendaagse ‘Batavia Coast' (rara waar dankt deze zijn naam aan) zijn namelijk verschillende VOC schepen op de klippen gelopen, waaronder de Batavia. Onderweg langs de Batavia
Coast kwamen we dan ook verschillende keren Nederlands klinkende namen tegen, zoals de ‘Zuytdorp kliffen en NP, de Dirk Hartogh eilanden en de Dordrecht street. Toch best grappig. Zoals gezegd
sliepen we dus in Northampton, een Historical National Heritage stadje. Het leek hier inderdaad of de tijd had stilgestaan en of je zo een wild west movie ingelopen was. 's Avonds konden we bij een
groep roadworkers aansluiten bij het kampvuur. Wat een figuren, erg mooi.
Onze weg vervolgde vanaf Northampton naar het Kalbarri NP, een geweldig mooi park met aan de kust ruige kliffen en in het binnenland indrukwekkende kloven. Totaal hebben we 2 dagen in het park
doorgebracht, vele lookouts bekeken (Natural bridge, the Zbend, natural island, natural window, hawks head, Ross Graham lookout) en een mooie wandeling gemaakt. In Kalbarri hadden we een boekje met
gratis ‘campings' (lees: parkeerplaatsen, rest areas etc.) in North West Australia gekocht, dus 's avonds konden we voor zero $$ neerstrijken op een 24h rest area, naast een rivier en weg van de
snelweg! Joep blijkt een geweldige kampvuurmaker te zijn (hij wist dat al, ik nog niet), dus het was nog lekker warm ook. Zo zonder omgevingslicht zie je trouwens pas echt goed de sterren hier. Je
kan er hier zo'n duizend keer meer zien dan in Nederland (oké, een beetje overdreven), wat een hemel.
Dit was het einde van de Batavia Coast. gister hebben we de provincie Gascoyne betreden.Vandaagzijn we inMonkey Mia op Shark Bay , gister hebben in het nabij gelegen plaatsje Denham geslapen,
direct aan het strand. In Monkey Mia staan we met Jasper op 1 minuut lopen van het strand. Zonet hebben we even lekker aan het strand gelegen, nu zit Joep even aan z'n scriptie en updaten we dus
even onze site. Op het moment dat ik dit schrijf update ik eigenlijk niet echt de site, maar zit ik gewoon buiten met de laptop alvast dit verhaaltje te typen, in de schaduw naast een palmboom. De
zon schijnt best hier in Australië; na een uur in de zon, ingesmeerd met factor tig en incl. een maand voorbruinen in NL, begon ik al te verbranden (of waarschijnlijk zal vanavond blijken: ben ik
al verbrand). Morgenochtend vroeg gaan we de dolfijnen hier voeren (in Monkey Mia komen wilde dolfijnen elke morgen ontbijten en een kijkje nemen) en vertrekken we daarna hopelijk naar het Francois
Perron NP hier op Shark Bay. Dit NP (het hele noorden van Shark Bay) is alleen per 4wd met een verlaagde bandenspanning te verkennen. Volgens de locals kan onze Jasper dit tripje best aan, als we
de banden maar wat laten leeglopen. Er zijn in het NP verschillende bushcampings, dus het plan is morgenavond in het park te overnachten en dan de volgende middag Shark Bay weer te verlaten en
richting Coral Bay te rijden. Alvorens we dit avontuur gaan ondernemen, moeten we wel even met Jasper naar een autodokter. Toen we een kapot lampje in de camper probeerde te verwisselen, besloten
namelijk alle lampjes in de camper, de radio en de tijdindicator er mee op te houden. Waarschijnlijk is er dus ergens een stop doorgeslagen of heeft er iets kortsluiting gehad, maar wat, waar en
hoe heeft nog niemand kunnen ontdekken. Jasper is 's avonds dus nogal donker en overdag erg stil. Hopelijk kan dit gefixed worden, want we hebben nog een aardige trip voor de boeg.
Al met al genieten we met volle teugen van het landschap, de geuren en kleuren (de wilde bloemen komen ook overal op!), de mensen en de dieren en onderhand gelukkig ook van het weer. Af en toe kan
ik me best boos maken (Jeroen gelukkig niet) als voor de 60ste keer m'n ondergoed op een vieze douchevloer valt of de camper weer een centimeter in afmeting lijkt te zijn gekrompen, maar
het is het waard. We zijn vanmiddag aan de praat geraakt en hebben een biertje gedronken met een Australisch stel die een echte (Mcleod's Daughters, oh Jeroen vind met zo vermoeiend, haha) farm in
NSW hebben. Ze kamperen naast ons dus dat zal wel weer een gezellig avondje worden! Straks eerst even een klein barbietje doen! Wat vervelend allemaal!
(Het het moment van het posten van dit verhaal zijn we ondertussen een dag verder. We zijn nu in Denham en wachten op een man van de roadservice die hopelijk onze auto kan maken. Vanochtend hebben
we de dolfijnen van Monkey Mia van heel dichtbij gezien en veel foto's gemaakt! Deze zijn echter voor de volgende keer!Hopelijk kunnen we vanmiddag het NP ingaan!)
Mensen van het goede leven, tot de volgende keer!
See Ya!
Nienke